Onvergetelijke reis naar Moskou
Ik mocht er bij zijn, op 20 oktober 2007 in Moskou. Het was een onvergetelijke trip met een trieste reden, maar we werden fantastisch ontvangen door Spartak Moskou, de wedstrijd was geweldig, de Russen enorm gastvrij en de Nederlandse ambassade een mooie omgeving voor het tonen van de documentaire met nabestaanden, waardoor de memorial waardig was en onvergetelijk.
Op deze pagina vind je de originele teksten terug. Van veel foto’s vond ik helaas alleen postzegelformaten, maar hopelijk krijg je bij het bezoeken van deze mini-website een goed beeld van de memorial.
Contact?
@StruisvanHuis
Vragen of opmerking over deze pagina of wil je iets toevoegen? Stuur mij een mailtje: boerop@gmail.com
Spartak Moskou – HFC Haarlem Memorial
Op 20 oktober 2007 zal er in Moskou een speciale wedstrijd plaatsvinden. Op die dag is het namelijk exact 25 jaar geleden dat een UEFA Cup-wedstrijd tussen Spartak Moskou en HFC Haarlem eindigde in een tragedie van ongekende omvang. Op de beijzelde trappen van het toenmalige Lenin-stadion vonden tijdens de slotfase van de wedstrijd honderden, veelal jonge, mensen de dood. Om die slachtoffers te herdenken spelen de teams uit 1982 van Spartak Moskou en HFC Haarlem op 20 oktober een herdenkingswedstrijd in hetzelfde stadion, tegenwoordig Luzhniki geheten.
De memorial match is een initiatief van de Haarlemse broers Edwin en Michael Struis die al vanaf hun jongste jaren fan zijn van de ‘Roodblauwe leeuwen’. Ze zaten temidden van drieduizend andere fans op woensdagmiddag 20 oktober 1982 in de Kennemersporthal te kijken naar een groot scherm waarop vanaf 17.00 uur live de beelden binnenkwamen van de wedstrijd in Moskou. Twee uur later verlieten ze licht teleurgesteld de hal na de 2-0-nederlaag van hun favorieten. Niet wetende dat er op dat moment in het Lenin-stadion vele mensen werden verdrukt of vochten voor hun leven.
Het initiatief van de inmiddels opgerichte stichting ‘To Moscow with Love’ is in brede kring omarmd. Toen de broers Struis eind januari in Moskou een onderhoud hadden met een vijfkoppige Spartak-delegatie hoefde de club niet overtuigd te worden van het nut van een dergelijke wedstrijd. “We zullen er alles aan doen om dit initiatief te laten slagen,” aldus woordvoerder Vladimir Shevchenko. Ook de oudspelers van Haarlem reageerden enthousiast. Het is de bedoeling dat de wedstrijd plaatsvindt voorafgaand aan een competitieduel van Spartak.
Werkt de video niet? Klik hier
Over de ramp
Ook 25 jaar na dato is nog steeds onduidelijk hoeveel slachtoffers de ramp geëist heeft en onder welke omstandigheden ze precies om het leven zijn gekomen. In 1982 ging de Sovjet-Unie nog gebukt onder het communistische systeem, elke gebeurtenis die de maatschappij in een kwaad daglicht zou kunnen stellen, ging gelijk de doofpot in. Zo ook deze ramp. Pas zeven jaar later, onder invloed van glasnost en perestrojka en na de stadionramp van Hillsborough in april 1989, werd in de Russische pers melding gemaakt van het feit dat er in 1982 een soortgelijke tragedie had plaatsgevonden in het Lenin-stadion. Een staatsonderzoek kwam uit op 66 slachtoffers, onafhankelijke onderzoekers meldden een dodental van meer dan driehonderd. Begin jaren negentig richtte de supportersvereniging van Spartak Moskou een monument op in de buurt van het stadion.
Een samenloop van omstandigheden leidde op 20 oktober 1982 tot de ramp. Het drastisch gewijzigde weerbeeld (een dag voor de wedstrijd viel plots de winter in), twee volgepakte tribunevakken met maar één uitgang in een verder leeg stadion (op de wedstrijd waren slechts 15.000 toeschouwers afgekomen) in combinatie met een late Spartaktreffer, waardoor veel mensen die al aan de afdaling van de, door sneeuwval en kou, bevroren en gladde trappen begonnen waren, terugkeerden vormden de aanleiding tot de ramp. Het gedrang leidde tot een lawine van mensen waaruit het bijna onmogelijk was te ontsnappen.
De destijds 16-jarige tennisser Andrei Chesnokov, die het later zou schoppen tot de top-10 van beste tennissers ter wereld, was één van de ooggetuigen. Zijn relaas is indrukwekkend. “Tegen het einde, toen de 2-0 viel, ging het mis. Op de gladde trappen kwam het tot valpartijen, waarbij iedereen over elkaar heen viel. Je kreeg een soort domino-effect. Je kon geen kant meer op, de stalen leuningen verwrongen onder het gewicht van de massa. De mensen werden gewoon doodgedrukt. Zelf kwam ik ook in de verdrukking, door op een gegeven moment van de trap te springen, schuin naar beneden, kon ik mezelf in veiligheid brengen. Tussen rijen van lichamen door, was er een kleine uitweg. Velen waren dood, sommigen staken hun handen uit om gered te worden, maar ze zaten met hun lichaam vast in de kluwen van mensen. Ze klampten zich vast aan m’n benen, maar je kon ze er niet uittrekken. Eén jongen heb ik los weten te krijgen, die heb ik naar een ambulance gebracht. Maar ze konden niks meer voor hem doen, hij was dood. Beneden heb ik rijen lijken zien liggen. Naast elkaar, zeker een tennisveld lang. Ik alleen al heb die avond zeker honderd doden gezien. Dus het moeten er veel meer zijn dan 66.
Comité van aanbeveling
Ruud Gullit, Guus Hiddink, Arthur Numan, Andrei Chesnokov, directeur betaald voetbal van de KNVB Henk Kesler, de Haarlemse burgemeester Bernt Schneiders de Nederlandse ambassadeur in Rusland Jan-Paul Dirkse én Dick Advocaat hebben zitting genomen in het comité van aanbeveling voor de benefiet Spartak Moskou-HFC Haarlem. “Een mooi initiatief, waar ik mijn naam graag aan verleen,” aldus Kesler.
De Haarlem-selectie van 1982
Edward Metgod (19 december 1959) Debuteerde bij Haarlem in de eindfase van het seizoen ’79/’80 als vervanger van Rob Boersma, maar kon degradatie niet voorkomen. Speelde tussen 1980 en 1990 295 eredivisieduels en mag zonder twijfel de beste keeper uit de Haarlem-historie worden genoemd. Klemvast, positioneel sterk en uitgerust met katachtige reflexen. Speelde vlak na de dubbele ontmoeting tegen Spartak Moskou z’n enige interland, thuis tegen Frankrijk. Werd ook beroemd als lijdend voorwerp van de magistrale lob waarmee Johan Cruijff z’n terugkeer bij Ajax vierde. Applaudisseerde één keer voor een tegengoal, een boogbal van PSV’er Ruud Gullit. Momenteel assistent-trainer van Louis van Gaal bij AZ. Woont nog immer in Haarlem. Houdt nog steeds vol dat hij in 1982 een McDonald’s zag in Moskou.
Keith Masefield (26 februari 1957) Kwam als onbekende Engelse grootheid binnen in 1977 bij Haarlem, maar ontpopte zich al snel tot stugge, degelijke rechtsback, een ware opvolger van Haarlem-legende Beer Wentink. Na elf seizoenen Haarlem stonden er 299 eredivisieduels achter z’n naam, nog steeds een clubrecord. Masefield voetbalt nog steeds in z’n woonplaats Hoofddorp bij Overbos, hoewel hij nu een tijdje uitgeschakeld is vanwege een herniaoperatie. “Maar in oktober sta ik er weer,” aldus de Engelsman.
Martin Haar (2 mei 1952) Wilde op jonge leeftijd stoppen met voetbal, maar Barry Hughes praatte hem om en nam hem in 1977 over van Go Ahead Eagles. Was in eerste instantie middenvelder, maar trainer Hans van Doorneveld posteerde hem in 1980 naast Piet Huyg in het centrum. Haar kende z’n hoogtepunt in 1982 toen hij tot eerste Voetballer van het Jaar werd verkozen. Na zes jaar Haarlem stapte hij in 1983 over naar AZ, waar hij tegenwoordig ook z’n geld verdient als assistent van Louis van Gaal. Zowel Haar als Metgod heeft al vrij gekregen van werkgever AZ om op 20 oktober in Moskou te verschijnen.
Piet Huyg (19 maart 1951) Als het om de eretitel Mister Haarlem gaat is het moeilijk kiezen. De voetballevens van rechtsback Beer Wentink en voorstopper Piet Huyg speelden zich in z’n geheel af op het veld aan de Jan Gijzenkade. Wentink stopte op z’n 34ste, Huyg een jaartje eerder. Maar de laatste maakte wel de succesvolste periode mee. Kampioen worden van de eerste divisie in 1981, een jaartje later vierde worden in de eredivisie en plaatsing voor Europacupvoetbal. Helaas miste hij de uitwedstrijd tegen Spartak vanwege een blessure, maar in de thuiswedstrijd was hij wel aanwezig. Zijn doeltreffende kopbal bracht hoop in de harten van de Haarlem-fans, maar helaas besliste Spartak nog voor rust de wedstrijd. Piet Huyg woont nog steeds in Haarlem en bestiert al vele jaren een sportzaak in de Cronjéstraat.
Chris Verkaik (14 februari 1958) Liefst twaalf seizoenen lang beet Verkaik, soms ook vaak letterlijk, zich vast in vijandelijk materiaal. Al die jaren was de boomlange verdediger, die vooral met AZ-spits David Loggie heroïsche duels uitvocht, een onverzettelijke steunpilaar in de Haarlem-defensie. Verving in de uitwedstrijd tegen Spartak Moskou de geblesseerde Piet Huyg in het hart van de defensie. Hij bleef de club trouw tot de zomer van 1989, maar zijn afscheid verliep in stilte. Iets wat hem tot op de dag van vandaag nog steekt. “Zelfs een bloemetje kon er niet vanaf.”
Alwin Leysner (22 mei 1956) Supersnelle, onverstoorbare linksback die de hele zijkant van het veld bestreek. Kwam na een aarzelend begin bij AZ in 1980 bij Haarlem terecht, waar hij al snel een vaste plek op de linkervleugel veroverde. Eén van de drijvende krachten van het team dat in 1981 soeverein kampioen werd van de eerste divisie. Maakte zes seizoenen vol bij Haarlem.
Luc Nijholt (29 juli 1961) Toentertijd één van de youngsters in het Haarlem-elftal. Maar de middenvelder ontpopte zich al snel tot een belangrijke schakel in het geheel. Nijholt debuteerde in de achtste wedstrijd van het seizoen 1981/1982 (tegen AZ) en stond z’n plaats nooit meer af. Speelde 30 januari 1988 z’n laatste duel voor Haarlem, debuteerde op 5 maart voor z’n nieuwe club AZ tegen… juist Haarlem. Is momenteel hoofdtrainer van Telstar.
Gerrie Kleton (15 september 1953 – 9 januari 2006) De grote architect van het elftal. Middenveldstrateeg met een neus voor de goal, zoals hij bewees in de eerste ronde UEFA Cup tegen AA Gent toen hij in beide duels scoorde. Had als één van de weinigen in de selectie internationale ervaring opgedaan. Begin jaren zeventig maakte hij namelijk deel uit van het grote Ajax. Op de luchthaven van Moskou was hij de enige van wie Russische jongetjes een handtekening wilden, omdat ze hem herkenden van de elftalfoto’s van het grote Ajax met Cruijff en Keizer erop. Kleton speelde op eredivisieniveau ook nog voor MVV en AZ, maar bij Haarlem kreeg hij de meeste waardering. Zijn collega’s van toen reageerden geschokt toen op 9 januari 2006 het bericht van zijn overlijden bekend werd.
Wim Balm (24 februari 1960) Met zijn verfijnde techniek en linkerbeen altijd een lust voor het oog. Hield van technisch, verzorgd voetbal en had altijd oog voor een medespeler. Zat dicht tegen het Nederlands elftal aan, maar kwam uiteindelijk niet verder dan het B-team. Debuteerde reeds op 17-jarige leeftijd in het eerste elftal van Haarlem en vertrok pas elf jaar later naar FC Twente. Woont en werkt nu in Noorwegen.
Frank van Leen (22 oktober 1955) Haarlemmer olie van het middenveld. Kon op vele posities uit de voeten, maar was meestal links op het middenveld te vinden. Maakte één van z’n mooiste doelpunten in de befaamde wedstrijd tegen het AZ van George Kessler, die met een rolfluitje belachelijk werd gemaakt door Barry Hughes. Van Leen beschikte tevens over een verre ingooi en een aanstekelijke dosis droge humor. Zat acht seizoenen lang in Haarlem 1.
Joop Böckling (3 november 1955) Liep met z’n goals één op drie, voor Haarlem-begrippen een uitstekend moyenne. Was geen spits van de mooie goals, maar ze telden wel. Legendarisch waren z’n twee goals in de thuiswedstrijd tegen Ajax toen Haarlem in het laatste half uur een 0-3 achterstand wegpoetste. In de Europese campagne was Böckling succesvol in de uitwedstrijd tegen AA Gent toen hij al in de derde minuut scoorde. Vertrok na acht jaar Haarlem vanwege een conflict met trainer Hans van Doorneveld naar Volendam waar hij bleef scoren. Later deed hij dat ook nog bij Sparta en Eindhoven. Ook Böckling is actief als trainer in het amateurvoetbal.
Piet Keur (20 december 1960) Bracht op elk niveau leven in de brouwerij, deze Zandvoortse spits. Zowel binnen als buiten de lijnen ging z’n aanwezigheid nooit onopgemerkt voorbij. Scoorde doelpunten bij de vleet, zoals in het seizoen 1986/1987 toen hij de totale Haarlemse productie (negen goals) in de eerste elf duels voor z’n rekening nam. De zomer erop ging hij samen met Balm naar FC Twente, in ’89 klopte Feyenoord zelfs bij hem aan. Sloot later op gepaste wijze z’n loopbaan weer bij Haarlem af. Is nu trainer van zaterdagtweedeklasser SV Zandvoort.
Hans Lemmink (12 september 1959) Was als honkballer iets succesvoller dan als voetballer. Schopte het als catcher zelfs nog tot het nationaal team. Was één seizoen actief in het betaalde voetbal, in 1982/1983 als stand-in van Edward Metgod, maar keepte geen minuut.
Bert van der Kuijl (8 augustus 1962) Eigen kweek voetballer die het op basis van karakter en werklust nog tot zestig duels in de Haarlem-hoofdmacht schopte. Voetbalt nog steeds, bij de veteranen van de Koninklijke HFC.
Andreas Egger (van der Veldt) (7 december 1963) Kreeg zowaar enige speeltijd in de Europese campagne van Haarlem, deze spits van Oostenrijkse komaf. Mocht in de thuiswedstrijd tegen AA Gent invallen.
Jan Royé (3 maart 1962) Werd op het allerlaatste moment opgeroepen voor de Moskou-reis. Vormde nog de inleiding voor een relletje op de terugweg, toen bleek dat er geen plaats voor hem was in het vliegtuig.
Tommy Kristiansen (8 oktober 1953) Deense aanvaller die in Nederland vooral furore maakte bij Go Ahead Eagles. Had later bij Feyenoord en Haarlem minder succes. Viel tegen Spartak Moskou in beide wedstrijden in. Schopte het ook nog tot A-international (2x) voor Denemarken.
De trainers
Hans van Doorneveld (9 september 1940) Hans van Doorneveld was vijf seizoenen lang tweede trainer van AZ toen hij in de zomer van 1980 neerstreek in Haarlem-Noord. Op het eerste gezicht leek het een moeilijke taak: de flamboyante en spraakmakende Barry Hughes opvolgen. En ook nog eens in de eerste divisie omdat Haarlem zojuist gedegradeerd was. Maar zie: onder zijn leiding hervonden de roodbroeken het zelfvertrouwen. Haarlem bleek veel te groot voor de eerste divisie. Het ontluikende talent van Ruud Gullit, de trefzekerheid van Joop Böckling, het inzicht van Gerrie Kleton, de keeperskwaliteiten van Edward Metgod en de geniale zet om Martin Haar in het centrum van de defensie te posteren naast de onpasseerbare Piet Huyg leverden te zamen een elftal op dat ook een divisie hoger zou schitteren. Een promovendus die het jaar erop vierde wordt, het is tegenwoordig onvoorstelbaar. Zes seizoenen lang loodste Van Doorneveld Haarlem met veel succes door de eredivisie, in de jaren negentig keerde hij nog een keer terug toen Haarlem in de eerste divisie bivakkeerde. Traint tegenwoordig de amateurs van Stormvogels/Telstar.
Jan Jongbloed (25 november 1940) Jan Jongbloed was net gestopt als voetballer toen hij van Hans van Doorneveld het aanbod kreeg om assistent te worden. Dat leek de man die tijdens 684 eredivisiewedstrijden het doel verdedigde van achtereenvolgens DWS, FC Amsterdam, Roda JC en Go Ahead Eagles wel wat. Als spion reisde hij de spelers vooruit naar Moskou waar hij Spartak zag voetballen tegen Ararat Erevan. Liep volgens de overlevering in z’n slippers rond in de verse sneeuw op het Rode Plein. Momenteel in dienst van Vitesse als jeugdtrainer.
Partners
Memorabilia
Sportmerk Patrick leverde het prachtige shirt voor de wedstrijd. Uit handen van de voorzitter van Spartak Moskou ontvingen we na de wedstrijd tijdens een diner een sjaal, shirt, button, vaantje en een fles wodka met het logo van de memoriaal erop. Van de fles is vreemd genoeg geen spoor meer te bekennen.
In de media
>> Edwin Struis knalt oog in oog met Rinat Dassaev op paal
>> 1982: Haarlem-Spartak Moskou (NOS)
>> 1982: Spartak Moskou-Haarlem (NOS)
>> Video Spartak Moskou – HFC Haarlem: Het bezoek aan Moskou (1:27:30)
Boek: Drama in het Lenin-stadion
In Drama in het Lenin-stadion reconstrueert journalist Iwan Tol deze verzwegen ramp. Hij beschrijft de belevenissen van de Haarlemmers in Moskou en blikt met nabestaanden en ooggetuigen terug op die zwarte avond. Het boek is o.a. te bestellen bij Bol.com.
Vragen of opmerking over deze pagina of wil je iets toevoegen? Stuur mij een mailtje: boerop@gmail.com